Zorgtoeslag, huurtoeslag, kindgebonden budget, kinderopvangtoeslag en energietoeslag. Met deze vijf toeslagen is het mogelijk om je inkomen aan te vullen. Wanneer heb je er recht op en hoe voorkom je dat je grote bedragen moet terugbetalen?

1. Zorgtoeslag

Als tegemoetkoming voor de kosten van een zorgverzekering, kun je zorgtoeslag aanvragen. Daarvoor mag je niet meer verdienen dan 31.998 euro per jaar (met toeslagenpartner samen 40.944 euro). De zorgtoeslag is maximaal 111 euro per maand (met toeslagenpartner 212 euro). Hoe hoger je inkomsten, hoe lager de toeslag. Verdien je per jaar minder dan 22.000 euro, dan heb je recht op de volledige toeslag. Verdien je 30.000 euro, dan is de toeslag nog 24 euro per maand.

Waar moet je op letten?
De zorgtoeslag moet je zelf aanvragen bij de Belastingdienst, sta je onder bewind dan doet jouw bewindvoerder dat voor jou. Vooral bij een sterk wisselend inkomen is het lastig om de zorgtoeslag te bepalen. “In dat geval adviseren wij meestal om de toeslag stop te zetten en deze met terugwerkende kracht aan te vragen”, zegt Caspar de Bonth van belastingadvieskantoor René de Bonth. “Dat voorkomt terugbetalingen.” De zorgtoeslag van 2021 moet je dan wel, net als de huurtoeslag en het kindgebonden budget voor 1 september dit jaar aanvragen.

“Ook is het een veilige optie om je inkomen hoger in te schatten zodat de toeslagen lager uitvallen”, zegt Tosca Voogd van de BelastingBespaarders. “Je krijgt dan maandelijks een iets lager bedrag, maar dat merk je niet echt en het voorkomt dat je aan het eind van het jaar heel veel moet terugbetalen.”